Publicatie grootste wereldwijde onderzoek ooit naar online gedrag
Het wereldwijde onderzoeksbureau TNS publiceerde eergisteren de resultaten van Digital Life, de omvangrijkste studie naar online gedrag die ooit werd uitgevoerd. Digital Life ontsluit informatie over 88 procent van de online wereldbevolking. TNS ondervroeg bijna 50.000 respondenten in 46 landen. Digital Life laat zien hoe mensen in al die landen internet gebruiken, welke ontwikkelingen we nu zien en nog kunnen verwachten. De resultaten van dit onderzoek zijn te vinden op discoverdigitallife.com.
- Social media in opkomende markten veel dominanter dan in gevestigde markten.
- Mobiel internetgebruik explodeert; consumenten willen altijd en overal toegang tot sociale netwerken.
- Vaarwel e-mail, welkom sociale netwerken.
- Internet voor online consument belangrijker dan tv.
[slideshare id=5403316&doc=tnsdigitallife-101009183848-phpapp02]
Martin Warmelink, Directeur Technology & Media van TNS NIPO (het Nederlandse bureau van TNS): ‘Deze studie beperkt zich niet tot de cijfers en feiten over wereldwijd online gedrag, we leggen ook de diepere drijfveren van de consument bloot. We gaan Digital Life jaarlijks herhalen, het wordt dé benchmark voor informatie over online consumentengedrag. Binnenkort publiceert TNS NIPO meer Nederlandse resultaten. Digital Life stelt ons in staat onze klanten diepgravende analyses en inzichten te bieden, niet alleen voor Nederland maar wereldwijd.’
Mobiel internetgebruik neemt fors toe
Meer en meer consumenten willen altijd en overal toegang hebben tot hun online sociale netwerken. Mobiel internet biedt die mogelijkheid en die grijpen velen – letterlijk – met beide handen aan. Degenen die toegang hebben tot mobiel internet spenderen wereldwijd gemiddeld 3,1 uur per week aan hun sociale netwerken en 2,2 uur aan e-mail via de mobiele telefoon. In Nederland gebruikt de mobiele internetter zijn smart phone juist meer voor e-mail (2,2 uur per week) dan voor social networking (1,2 uur per week).
In de meeste landen verwachten online consumenten dat hun mobieltje steeds belangrijker wordt voor het onderhouden van hun sociale netwerken. In de VS denkt bijvoorbeeld een kwart van de ondervraagden in de toekomst meer gebruik te gaan maken van de pc voor sociale netwerken, terwijl ruim eenderde denkt dat meer via de mobiele telefoon te gaan doen. In Australië is het verschil nog groter: 26 procent verwacht meer te gaan netwerken via de pc, 44 procent verwacht meer te gaan netwerken via mobiel internet. In Nederland zijn de verschillen opvallend klein: 19 procent denkt meer te gaan netwerken op de pc, 18 procent denkt meer te gaan netwerken via de mobiele telefoon.
Internet op nummer 1 in mediaconsumptie van de online consument
61 Procent van de wereldburgers die toegang hebben tot internet is dagelijks online. Daar blijft het dagelijks gebruik van tv (54%), radio (36%) en kranten (32%) nu al flink bij achter. De Nederlandse online consument is een grootverbruiker van media: 68 procent is dagelijks online, 64 procent kijkt elke dag tv, 52 procent luistert elke dag naar de radio en 40 procent leest elke dag een krant.
Online consumenten in opkomende markten maken zeer actief en intensief gebruik van internet
In de landen waar het internetgebruik sterk groeit, lijken degenen die al online zijn echt verslaafd aan het net. Egypte en Saoedi-Arabië (beide 56%) en China (54%) hebben de hoogste percentages intensieve gebruikers. In landen waar internet al langer door een groot deel van de bevolking is geadopteerd, is een veel kleiner deel een intensieve gebruiker. In Japan is dat slechts 20 procent, in Denemarken 25 procent en in Nederland 33 procent.
Bloggen en deelnemen aan sociale netwerken nemen een hoge vlucht in de groeimarkten
Een enorm percentage (88%) van de Chinezen die online zijn, onderhoudt een eigen blog of neemt deel aan forums. Voor Brazilië is dat 51 procent. In de Verenigde Staten (32%) en Nederland (29%) liggen deze percentages veel lager. Hetzelfde geldt voor het delen van foto’s op internet. In diverse Aziatische landen is dit standaardgebruik onder de internetpopulatie. In Thailand (92%), Maleisië (88%) en Vietnam (87%) heeft bijna elke internetgebruiker wel eens foto’s gedeeld via sociale netwerken of speciale fotosites. In Japan daarentegen, heeft nog geen derde deel (28%) dit ooit gedaan en in Nederland minder dan de helft (48%).
Vaarwel e-mail, welkom sociale netwerken
Online consumenten besteden gemiddeld meer tijd aan sociale netwerken dan aan email. In enkele jaren tijd hebben de sociale netwerken een zeer dominante positie verworven in ons online leven.
Ook hier zien we weer een duidelijk verschil tussen de opkomende markten en de ontwikkelde markten. In Zuid-Amerika, in het Midden-Oosten en in China besteedt men gemiddeld 5,2 uur per week aan online sociale netwerken en gemiddeld 4 uur per week aan email. In de ontwikkelde markten liggen de verhoudingen omgekeerd: gemiddeld 3,8 uur per week sociale netwerken en gemiddeld 5,1 uur per week email.
Maleisië is koploper: gemiddeld 9 uur per week is de internetter daar actief in sociale netwerken. Rusland (8,1 uur per week) en Turkije (7,7 uur per week) zijn de nummers 2 en 3. De Nederlandse internetter blijft daar ver bij achter: 2,3 uur per week.
De internetter in Maleisië heeft het grootste aantal online vrienden: 233 gemiddeld. Brazilië volgt op de voet met 231. Japanners zijn online het minst sociaal: slechts 29 vrienden gemiddeld voor elke internetter. Nederlanders zijn middenmoters, met gemiddeld 116 vrienden. De Chinezen, die toch veel tijd spenderen aan sociale netwerken, houden er verrassend weinig online vrienden op na: slechts 68.
Martin Warmelink: ‘De resultaten van Digital Life laten zien, dat Nederland, en eigenlijk een belangrijk deel van West-Europa, op heel veel gebieden online wordt ingehaald door een groot aantal opkomende markten, zoals China en Brazilië. Hier geldt duidelijk de wet van de remmende voorsprong. Bijna heel Nederland is actief op het Internet. We hebben een prima infrastructuur. Maar de grote massa die internet al jaren als iets gewoons ziet, blijft “hangen” in het meer passieve gebruik. Web 2.0 gaat aan een belangrijk deel van deze groep voorbij. In die opkomende markten, waar de afgelopen jaren fors is geïnvesteerd in de infrastructuur, nemen mensen veel actiever deel. De digitale wereld verandert hun leven, de manier waarop ze zichzelf ontwikkelen en met elkaar omgaan. Het zijn onze jongeren die ervoor zorgen, dat Nederland niet helemaal in de achterhoede belandt. Maar wat er nu online gebeurt bij de early adopters in de opkomende markten is een voorbode van wat er de komende jaren in Nederland gaat gebeuren.’
Bron: TNS NIPO