Het effect van social media op het zoekgedrag van sollicitanten
Naar aanleiding van de kritiek op de vraagstelling en conclusies uit het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) heeft men bij Intelligence Group beloofd om in het vernieuwde onderzoek vragen mee te nemen die het effect van social media en het zoekgedrag van sollicitanten meer duiden.
Het resultaat heb ik net binnen en er zijn een flink aantal nieuwe onderzoeksvragen toegevoegd. Waarvoor hulde!
Fijn ook om te zien dat de vele suggesties zijn meegenomen die vorige keer gedaan zijn. En bij deze wil ik opnieuw de uitnodiging doen aan iedereen om hier op- of aanmerkingen op te maken en suggesties te doen die het effect van social media om nieuwe werk te vinden in kaart brengt. Op welke vragen zou jij graag antwoord willen hebben?
Maar eerst de geplande nieuwe AGO vragen over social media.
Onderzoek: social media en het zoekgedrag van sollicitanten
1) In hoeverre zijn de volgende stellingen op u van toepassing? |
Ik gebruik social media om werkgevers te vinden |
Ik gebruik social media om vacatures te vinden |
Ik gebruik social media om in beeld te komen bij werkgevers/bedrijven |
Geen van bovenstaande |
2) Welke arbeidsmarktgerelateerde activiteiten onderneemt u minimaal 1 keer per maand op social media? (antwoorden rouleren) |
Ik zoek gericht naar vacatures via social media |
Ik post een oproep ‘ik ben op zoek’ /’ ík ben beschikbaar’ |
Ik bekijk wervingsfilmpjes via social media |
Ik raadpleeg mijn vriendennetwerk of zij interessante vacatures delen |
Ik zoek de interactie op met werkgevers via social media |
Ik volg bedrijven via social media |
Ik post updates via social media waarin ik mijn expertise laat zien |
Ik participeer in discussies via social media |
Ik reageer op berichten van werkgevers via social media |
Ik zorg ervoor dat ik goede aanbevelingen heb |
Ik raadpleeg mijn vriendennetwerk of zij interessante contacten hebben |
Ik zorg ervoor dat ik lid ben van groepen die mij interesseren |
Ik zorg voor geschikte foto’s op mijn social media profielen |
Ik zorg ervoor dat mijn social media profielen up-to-date blijven |
Anders, namelijk |
3) Bent u de afgelopen 3 maanden voor u interessante vacatures tegengekomen op social media? |
Nee |
Ja, op LinkedIn |
Ja, op Twitter |
Ja, op Facebook |
Ja, anders namelijk… |
4) Heeft u in de afgelopen 3 maanden gesolliciteerd op een vacature verschenen via social media? |
Nee |
Ja, via LinkedIn |
Ja, via Twitter |
Ja, via Facebook |
Ja, anders namelijk… |
5) Bent u in de afgelopen 3 maanden op gesprek geweest naar aanleiding van (uw sollicitatie op) een vacature verschenen via social media? |
Ja, …x gesprekken |
Nee |
6) Bent u in de afgelopen 3 maanden via social media benaderd voor een baan? |
Ja |
Nee |
Weet ik niet |
7) Bent u in de afgelopen 3 maanden op gesprek geweest nadat u benaderd bent voor een nieuwe baan via social media? |
Ja, …x gesprekken |
Nee |
8) Heeft u daadwerkelijk een baan verkregen via social media? |
Ja |
Nee |
Ik ben nog in afwachting |
Weet ik niet |
Met deze vragen willen we volgende vragen kunnen beantwoorden:
- Wat is de waarde van social media voor sollicitanten?
- Hoe gebruiken sollicitanten social media?
- Welke effect heeft social media op het vinden van een baan?
Laat ik beginnen met mijn mening te geven hierover. Wat ik proef uit 7 van de 8 vragen is dat social media als een vacaturebank worden gezien waar vraag en aanbod bij elkaar komt. Alleen vraag 2 gaat uitgebreid in op allerlei acties die horen bij actief netwerken. Daar zou meer de focus op moeten liggen in alle vraagstellingen. Netwerken (met mensen) in plaats van anonieme werkgevers. Ik zou daarom de nadruk willen leggen op het aspect van online sociale netwerken versus een platform met banen (social media). Dus wat betreft vraag 6, 7 en 8 zou ik social media vervangen door ‘uw online sociale netwerk’.
Bij vraag 3 kun je je afvragen wie hier NEE gaat invullen. Het is moeilijk om GEEN vacatures te zien als je een beetje actief bent op social media! LinkedIn pusht deze ook per email. Is dit een strikvraag?
Kortom, er zijn nog wat aanpassingen vereist.
@jacco
kort een eerste reactie op vraag 3: Het gaat om ‘voor u interessante vacatures’. Ik geloof meteen dat iemand vacatures tegenkomt, maar als deze niet voor jou interessant zijn is dat wel degelijk relevant. Voorbeeld. Ik ben bouwvakker en op zoek naar een baan…. dan is het dus belangrijk dat er voor deze persoon relevante en interessante vacatures te zien zijn. Lijkt me dus geen strikvraag, maar een relevante vraag
Betreffende vraag 6, 7 en 8 lijken me een uitstekende suggestie, alleen moeten we waken om van appels geen peren te maken, omwille van validiteit. Daarom is het goed om even helder te definiëren wat de verschillen kunnen zijn.
zie alle suggesties graag tegemoet. Komende donderdag halen we het net op en maken we de vragen definitief
Gr. Geert-Jan
Fijn dat het AGO wordt verbeterd. Het AGO meet hoe werkzoekers werk zoeken.
Het mooie van social media is dat het niet om zoekgedrag gaat maar ook om gevonden worden voor werk en je gevraagd wordt om te komen solliciteren. Net zoals in het echte leven.
Gevonden door je netwerk.
In het echte leven leidt contacten met echte mensen tot nieuw werk. Contacten in je privé leven en in je werk leven, je vakgebonden netwerk. Je wordt spontaan gevraagd om te komen solliciteren omdat men je kent of omdat je actief hebt laten weten dat je open staat voor nieuw werk.
Social media is daarbij een onmisbare schakel geworden.
Bijna 4 miljoen mensen zijn te vinden met hun professionele profiel op LinkedIn, dat is > 50% van de beroepsbevolking. Zij hebben daar contact gelegd met vakgenoten, met mensen, en zijn daar met hen in dialoog. Daarnaast zijn miljoenen mensen ook op Twitter en Facebook in contact en dialoog met hun privé en werknetwerk.
De stellingen bij vraag 1. dekken deze werkelijk niet af. Immers je vindt op social media geen anonieme werkgevers. Je bouwt op social media aan je privé netwerk en je vakgenoten netwerk, individuele, echte mensen en je bent met hen in dialoog.
Nieuw werk veroveren kent 4 fasen en social media is daarbij in alle fasen als volgt onontbeerlijk:
1. Weten wat je wilt – daarvoor kan social media een geweldige inspiratiebron zijn
2. Profiel waarop je gevonden wordt (goede trefwoorden!) en oproept: “Die wil ik spreken!”
3. Kennis delen en netwerk onderhoud en daardoor ‘top of mind’ blijven
4. Sollicitatiegesprek voorbereiding, daarbij is social media absoluut onmisbaar.
NB. Social media dragen onmiskenbaar bij tot uitgenodigd worden om te solliciteren. Het sollicitatiegesprek geeft altijd de doorslag of je het werk uiteindelijk verovert.
Van alle vier bovengenoemde fasen zie ik enkele aspecten terug in de nieuwe vragen.
Ik heb twee voorbeelden rechtsreeks uit de praktijk:
Werkzoeker Piet krijgt een aanbeveling van oud-collega Klaas op LinkedIn. De HRM Adviseur van de werkgever van de oud-collega ziet deze aanbeveling van Piet aan Klaas. Dat is voor hem reden om Piet uit te nodigen voor een sollicitatiegesprek.
Als Piet geen profiel had gehad op het social medium LinkedIn, en niet om een aanbeveling had gevraagd bij Klaas, die de HRM’er vervolgens zag, was hij niet gevonden en op basis van zijn uitstekende profiel gevraagd te komen solliciteren.
Werkzoeker Pjotr solliciteert ‘traditioneel’ met brief en cv op een vacature, en wordt niet uitgenodigd. Hij hoort dat er honderden sollicitanten waren. Hij vindt zichzelf geknipt voor die baan en onderneemt een slimme actie. Hij zoekt op LinkedIn wie hij kent bij deze werkgever. En hij is verrast dat een oude bekende van hem daar werkt (dat had hij zonder LinkedIn niet meteen geweten). Hij belt de oude bekende en vertelt wat er speelt. De oude bekende brengt hem weer extra onder de aandacht bij P&O en hij mag als nog op sollicitatiegesprek komen. En krijgt de baan.
Beide voorbeelden kennen een doorslaggevende rol van slim social media gebruik, met aspecten die ik niet terug zie in de nieuwe vragen.
Ik zie wel meer vragen over goed profileren en slim gebruiken. Maar het dekt niet de lading van alle mogelijkheden die social media bieden in het gevonden worden voor nieuw werk.
Vacatures
En net zoals in het echte leven, kun je ook op social media ‘heet van de naald’ horen over vacatures via je -goed opgebouwde- netwerk. Die, op het moment dat zij van een vacature horen, dit delen in een LinkedIn update, een tweet op Twitter en/of in een Facebook bericht.
Een goed netwerk op social media draagt dus ook bij aan het reuze snel vinden van vacatures die nog maar net zijn ontstaan en het effectief reageren door je netwerk goed te gebruiken om in beeld te komen.
Er worden ook vacatures gedeeld in Twitter accounts van werkgevers en op hun bedrijfspagina’s, op LinkedIn en Facebook, deze zijn veelal direct gelinkt aan de vacatures op hun website en daarmee vaak al weken oud.
En net zoals in het echte leven is vacatures ‘uit de eerste hand’ horen het meest effectief. Het onderscheid tussen deze twee soorten vacatures zie ik ook niet terug in de nieuwe onderzoeksvragen. En dat is een gemiste kans.
@aaltje
hoe zou de vraag er volgens jou uitzien die dit wel afdekt?
ps… 4 miljoen mensen hebben een profiel aangemaakt. Dat wil niet zeggen dat 50% van de beroepsbevolking op LinkedIn zit. Er zitten niet-actieve profielen tussen, half ingevulde profielen, dubbele profielen en profielen van mensen buiten de beroepsbevolking. Een ding is wel zeker….er zitten veel mensen uit de beroepsbevolking op LinkedIn.
Pingback:Helft van de actief werkzoekenden gebruikt Social Media | Recruiting Roundtable Nederland